Kunstbot. ~ column

Alexandra Crouwers bespreekt het kunstjargon, internationaal beter bekend als ‘art speak’.
Verschenen in H ART Magazine #172, augustus 2017


Computers en robots nemen steeds meer taken van ons over. Dat beperkt zich niet tot zelfrijdende auto’s, maar programmeurs flirten ook met het artistieke domein. Daar liggen nog wel wat uitdagingen. De automatisering in de beeldende kunst bestaat vooralsnog uit de uitvoering van een – wat fantasieloze – menselijke opdracht, zoals een ‘nieuwe’ Rembrandt, die door computers werd gefabriceerd op basis van zijn portrettenoeuvre.

Het is een kwestie van tijd voordat iemand de parameters ingeeft voor een werk dat bestaat uit een kruisbestuiving van Marcel Broodthaers, Ed Atkins en Ann Veronica Janssens. Dat wordt dan natuurlijk een pratende palmplant die uit groene rook bestaat. Stel je voor: met schuifjes kun je de percentages ‘essentie’ van de kunstenaars instellen, met telkens een ander meer of minder Frankensteinachtig artistiek resultaat.

Programmeurs, psychologen en linguïsten werken al jaren aan zelflerende software die een leesbare roman kan produceren. Op het internet bestaan inmiddels al jaren tekstgeneratoren voor allerlei doeleinden: bandnamen, liefdesbrieven, wetenschappelijke publicaties en ‘artist statements’. De resultaten zijn vooral bedoeld om mee te lachen:

“Mijn werk verkent de relatie tussen het militaire-industriële complex en ongewenste cadeaus. Met invloeden die zo uiteenlopend zijn als Camus en Miles Davis, worden nieuwe inzichten gedistilleerd vanuit zowel mondelinge als transcendente structuren.” (1)

Maar andere generatoren voldoen na het ingeven van enkele sleutelwoorden verontrustend goed aan de verwachtingen van wat een ‘kunst’-tekst zou zijn:

“{De kunstenaar} creëert situaties waarin dagelijkse objecten worden veranderd of losgemaakt van hun natuurlijke functie. Door specifieke combinaties en bepaalde manipulaties toe te passen, worden verschillende functies en/of contexten geproduceerd.

Met gebruikmaking van typische materialen presenteert {de kunstenaar} alledaagse voorwerpen, maar ook verwijzingen naar teksten, schilderijen en architectuur. Pompeuze geschriften en Utopische constructivistische ontwerpen staan ​​naast triviale objecten. Categorieën worden subtiel omgedraaid.” (2)

Uit betrouwbare bron weet ik dat een dergelijke automatisch gegenereerde tekst door een bevriende kunstenaar naar de curatoren van een tentoonstelling in Londen is gestuurd. Het statement is zonder commentaar in de catalogus gepubliceerd.

U bent er waarschijnlijk ongemerkt al regelmatig aan voorbij gewandeld: de zaalteksten aan de museummuur, de A4-tjes in de galerievensterbank, de statements op de kunstenaarswebsites. Hoeveel daarvan werden door een computerprogramma in elkaar gezet? En wacht eens even, welke artikelen in deze H ART zijn eigenlijk wel door echte mensenhanden getypt?

(1) artybollocks.com
(2) 500letters.org

 


Wrens operating the ‘Colossus’ computer, 1943. Colossus was the world’s first electronic programmable computer, at Bletchley Park in Bedfordshire. Bletchley Park was the British forces’ intelligence centre during WWII, and is where cryptographers deciphered top-secret military communiques between Hitler and his armed forces. The communiques were encrypted in the Lorenz code which the Germans considered unbreakable, but the codebreakers at Bletchley cracked the code with the help of Colossus, and so aided the Allies’ victory.
Credit: Bletchley Park Trust/Science & Society Picture Library